Ik groeide op in een agrarisch dorp in Vlaanderen. Zo eentje van de goede oude soort, een dorp waarin iedereen elkaar kent. Een dorp van samenhorigheid, van dorpsscholen, sportclubs en jeugdbewegingen. Eentje waarin boodschappen doen veel tijd kost. Niet omdat er geen winkels in de buurt zijn, wel omdat je met iedereen een praatje slaat onderweg. Maar ook wel een ‘wit’ dorp. Een dorp waarin dat ene geadopteerde bruine jongetje opviel in een witte klas. We groeiden op met een christelijke moraal en leerden dat je goed moet zijn voor iedereen. Dat alle mensen gelijk zijn. Dat je niet mag doen bij een ander wat je zelf niet wilt. Hoe naïef het ook mag klinken, ik was er als kind echt van overtuigd dat racisme net als de slag bij Waterloo tot de geschiedenisboeken behoorde.

Professor Agirdag, keynote spreker tijdens de startdag van het door KU Leuven georganiseerde  VELOV-professionaliseringstraject, deed me eventjes afdwalen naar mijn perfecte kindertijd. Ik leerde dat de goed bedoelde slagzinnen uit mijn jeugd, zoals ‘We zijn toch allemaal gelijk’ of ‘Er is geen verschil tussen mensen’ ons tot kleurenblindheid heeft gebracht. We mogen de verschillen niet negeren, we moeten ze net omarmen in ons streven naar een volwaardige pluralistische en multiculturele samenleving. Een vooroordeel, zo leer ik, is een negatieve component bovenop een stereotype. Het zit in je hoofd. Discrimineren doe je wanneer je handelt naar die vooroordelen. En terwijl professor Agirdag deze termen haarfijn verduidelijkt, doet het mij opnieuw aan iets denken.

We stoppen met de auto voor een verkeerslicht in het stadscentrum. Mijn vriend zit aan het stuur en ik ernaast. Het schemert buiten. Een gekleurde man klopt op mijn raampje. In een fractie van een seconde denk ik dat we overvallen worden. Niet opendoen, beveelt mijn brein. Negeren. Mijn vriend opent intussen het raampje aan mijn kant en staat de vriendelijke man te woord. Hij vraagt naar de weg. Schaamte, diepe schaamte maakt zich meester over mij. Ik die dacht dat racisme geschiedenis is, blijk zélf te discrimineren. Ik heb onvermoede vooroordelen waar ik me voor schaam. Maar het zette me ook aan het denken. Heb ik wel vaker van die onbewuste reflexen? Ben ik dan ook discriminerend in mijn praktijk als lerarenopleider?

Dat racisme ingebakken zit in onze maatschappij, werd me nog meer duidelijk aan het einde van de startdag. Majida Ouassak schetste haar persoonlijke schoolcarrière. Ze werd niet geboren in België en startte als OKAN-leerling. Al gauw bleek ze een sterke leerlinge en stroomde ze door naar het ASO. Om vervolgens als eerste uit haar familie een hogeschoolopleiding te volgen. Met succes. Een prachtig verhaal, een sterk verhaal van een rolmodel. Maar ook een pijnlijk verhaal. De vanzelfsprekendheid waarmee Majida het woord ‘uiteraard’ gebruikte, toen ze aangaf dat ze tijdens haar stage in de lerarenopleiding te maken kreeg met racisme, raakte mij. “Ondanks het feit dat een hogeschool voor mij compleet onbekend terrein was, kende ik er mijn successen… Uiteraard kreeg ik ook te maken met racisme tijdens mijn stage.”

Hoezo, ‘uiteraard’?

Er is een grote maatschappelijke taak weggelegd voor ons als lerarenopleiders. Wij moeten dringend werk maken van die multiculturele samenleving, waarin we ieders eigenheid en verscheidenheid omarmen. Het professionaliseringstraject van VELOV met als thema ‘Leraren opleiden in een etnisch-cultureel diverse samenleving’ is gelukkig nog maar net gestart. Het brede aanbod aan events en goede praktijken heeft mijn aandacht alvast getrokken. Ik wil leren en aanleren hoe je kan omgaan met hedendaagse uitdagingen op school.

“Dankzij jou sta ik vandaag in het onderwijs. Jij maakte voor mij het verschil.” Dit compliment van een oud-student uit de lerarenopleiding is er eentje om te koesteren. Mooi. Maar maken wij ook echt hét verschil? Doen we dat voor al onze studenten? Maken we hét verschil of maken we een ‘verschil’ tussen hen? Woorden kunnen de wereld veranderen. Lerarenopleiders kunnen dat ook. Wij kunnen starten bij onszelf en in één beweging leraren opleiden die dat ook willen en kunnen.

Is er nog werk aan de winkel?

“Uiteraard!”

Annelies Van Hove
Lerarenopleider EGO en VEB bij Thomas More Kempen in Geel
Edu-coördinator en studieloopbaanbegeleider VEM KU Leuven, campus Geel