Vul maar aan. Het doet denken aan scheurkalenders, mokken en andere prularia met het opschrift ‘Liefde is…’ en daaronder een grappige tekening en quote, al dan niet met filosofische ondertoon. De mogelijkheden zijn legio. Wanneer we het begrip diversiteit willen afbakenen merken we al snel op dat het verschillende kanten uit kan gaan. De vraag stelt zich of het zinvol is om het begrip af te bakenen dan wel er de gevolgen van in kaart te brengen. In dit licht is de volgende quote van Marilyn Cohran-Smith bij mij blijven hangen. “Diversiteit is een fenomeen, geen probleem. Het is de ongelijkheid die diversiteit teweegbrengt dat het probleem vormt.”

Cochran-Smith rondde mee het professionaliseringstraject voor lerarenopleiders van VELOV en KU Leuven rond etnisch-culturele diversiteit af. Zij sprak vanuit een internationaal perspectief, maar de ongelijkheid waar ze het over had, is in Vlaanderen en Brussel even reëel, de uitdaging analoog. Die ongelijkheid verminderen staat niet toevallig als één van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de VN op de Agenda 2030. Dat laat ons ook toe inspiratie buiten de eigen landsgrenzen te halen. Neem Nieuw-Zeeland en de en de hogere kansarmoede indices van de inheemse Maori-bevolking aldaar. Lerarenopleiders organiseerden een meerdaagse culturele onderdompeling voor hun studenten met bijhorende verbredende en verdiepende reflectie. Leraren in spe een persoonlijke ervaring laten opdoen in een wereld waar ze minder mee vertrouwd zijn volstaat niet. Een goede lerarenopleiding kadert die ervaring mee. Het klinkt vertrouwd. Service learning zonder reflectie kan afglijden tot service met versterking van stereotype beelden. Cochran-Smith veegde ook voor eigen deur. White-privilege bestaat al langer dan vandaag in de Verenigde Staten. Dat het vandaag gethematiseerd wordt, is een kans voor lerarenopleiders. Want zo wijdverspreid onderwijsongelijkheid is, zo wijdverspreid is ook de oververtegenwoordiging en ondervertegenwoordiging van deelpopulaties in het lerarenkorps. Meer diverse teams zijn vaak kwaliteitsvollere teams.

Als volleerde onderwijskundigen weten we dat het goed is om, naar het voorbeeld van Socrates, vragen te stellen, om kennis te ontsluiten vanuit de lerende zelf. Evengoed hebben we, als kritisch publiek van lerarenopleiders dat zich nu zelf de rol van lerende aanmat, de honger om effectief wat antwoorden te krijgen en liefst zo concreet mogelijke die we rechtstreeks kunnen meenemen naar de praktijk. Jammer genoeg laat ongelijkheid ten gevolge van diversiteit wegwerken zich niet makkelijk vertalen in concrete vaardigheden. Dat was ook de vaststelling van die andere keynote-spreker op het slotevent, professor Els Consuegra van de VUB. Focussen we op attitudes en ‘de juiste mindset’ omdat we geen idee hebben hoe we concrete vaardigheden rond dit thema zouden kunnen definiëren?

Mag het iets meer zijn? Bij monde van Cochran-Smith: Ja! Een verhoogde aandacht voor deze thematiek in de lerarenopleiding is geen overbodige luxe, ook niet in regio’s waar de etnisch-culturele diversiteit nog relatief beperkt is. Een specifiek opleidingsonderdeel hieromtrent mag, maar volstaat niet. Het volledige curriculum van de lerarenopleiding moet doordrongen zijn van een sensitiviteit voor dit fenomeen. Noorwegen werd aangehaald als voorbeeld waar de lerarenopleiding per definitie een masteropleiding is. Dat dit vanzelfsprekend bijdraagt tot het wegwerken van de onderwijsongelijkheid wil ze niet zonder meer gezegd hebben. Wel als de extra studiepunten effectief en efficiënt worden ingezet in functie van onderwijsgelijkheid.

“Nieuwe ideeën, nieuwe vragen” zei Cochran-Smith. Daarin is ze geslaagd. Kunnen we elk vraagstuk rond ongelijkheid in onderwijs via UDL beantwoorden? Wat weten we eigenlijk over het leereffect van de manier waarop wij in de lerarenopleiding rond diversiteit werken en welke impact heeft dat op de leerlingen van de door ons gevormde leraren? Moet ik mij als lerarenopleider generen omdat ik zelf tot de dominante groep behoor in onze samenleving? Wat doen wij als lerarenopleiders er zelf aan om de eigen groep een betere weerspiegeling van de samenleving te maken? Kan het dat diversiteit tot polemiek en confrontatie leidt buiten onze campussen en dat wij er binnen de lerarenopleiding allemaal hetzelfde over zouden denken? Als dat al zou kunnen, is het dan wenselijk? Of is het ook in onze rangen niet veilig om publiek anders te denken? Ligt dat voor ons misschien gevoeliger? Durven wij als beroepsgroep zo diep en breed reflecteren als we van onze studenten verwachten?

Ondanks een professionaliseringstraject van een half jaar zijn de vragen niet weg. Maar ze worden nu alvast gesteld. VELOV gaat verder met een leergemeenschap om de dialoog levendig te houden en verduurzaming in de praktijk verder te stimuleren.

Tot op een volgend (VELOV-)event!

Dennis Monte

Projectmedewerker Velov-Veloncongres

Edu by KU Leuven