De voorbije weken belandden een aantal teksten over het BOA-decreet (buitenschoolse opvang en activiteiten) van 2021 en de nog onbestaande functie van ‘kinderbegeleider’ in mijn mailbox. Kleuteronderwijs, kinderopvang op school, het zijn niet de meest klassieke onderwijsthema’s op deze blog, maar ze kleuren mee onze wereld en ze roepen vragen op die ook andere onderwijsactoren aanbelangen.

Er was eens een BOA

Er zijn kinderen die ruim voor de eerste schoolbel op school afgezet en lang na de laatste bel weer opgehaald worden. Voor hen voorziet de school opvang. Veel activiteiten, afgezien van spelen op de speelplaats en studie, organiseren de meeste Vlaamse basisscholen niet. Het relatief onbekende BOA-decreet wil daar iets aan doen. Het is van kracht sinds coronajaar 2021 en gaat uit van een geïntegreerd activiteitenaanbod dat verzorgd wordt door meerdere partners, waaronder ook plaatselijke verenigingen. Dat aanbod zou er voor alle kinderen moeten zijn en zou geregisseerd worden door het lokale bestuur.

En toen kwam er een kinderbegeleider bij

Een buitenstaander kan verbaasd opkijken als hij hoort dat voor- en naschoolse opvang en zelfs het ‘toezicht’ tijdens de lange middagpauze geen verantwoordelijkheid van de school is. De vzw VBJK, Vernieuwing in de Basisvoorzieningen voor Jonge Kinderen, en zijn projectpartners*, willen af van het bestaande systeem waarbij ‘opvang’ afhangt van Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en kinderverzorging tijdens de schooluren van Departement Onderwijs. In het huidige systeem nemen verschillende mensen twee verwante taken op en werkt de groep die instaat voor de opvang onder de slechtste voorwaarden. Eén systeem waarbij iedereen met het nieuwe statuut van kinderbegeleider beide taken kan opnemen moet daar komaf mee maken.

Duidelijke pro’s

Het zal niemand verwonderen dat het moeilijk is om geschikte en gemotiveerde mensen te vinden die voor en na school een paar uren de kinderopvang willen runnen en over de middag ook nog eens op de kinderen op de speelplaats en in de refter willen letten. Niet alleen de zes verplaatsingen op een dag zorgen voor veel ergernis, ook de creativiteit waar hun arbeidscontracten van getuigen doet dat. Als in plaats daarvan dezelfde professional kinderen opvangt buiten de schooltijd en haar collega’s kleuteronderwijzer bijspringt in de verzorging tijdens de schooltijd, dan zouden niet alleen zij daarbij winnen maar ook de kinderen, de ouders en de leerkrachten. De kinderen zien vaker vertrouwde gezichten waar ze een betere band mee kunnen opbouwen, de ouders kunnen een woordje wisselen met iemand die ook weet heeft van wat er in de klas gebeurt, wat ook de leraren ten goede komt.

Ter versterking van hun pleidooi voor de kinderbegeleiders geven de projectpartners aan dat een dergelijk opzet past binnen het voor Vlaanderen nieuwe concept van educare voor 0 tot 6 jarigen.

Waar de teksten over zwijgen

Educare of het combineren en in elkaar laten overvloeien van onderwijs en zorg is een waardevol concept, maar het roept ook vragen op. Wat betekent dit voor de ‘edu’ en de ‘care’ die de kleuteronderwijzers bieden? Wat is het effect van kinderbegeleiders op de grootste groep die in de voor- en naschoolse opvang blijft, de kinderen van de lagere school?

1 Pleidooi voor zorgenvrije kleuteronderwijzers?

Logischerwijs zou je dan van kleuteronderwijzers kunnen verwachten dat ze in de toekomst relatief meer tijd investeren in onderwijsdoelen dan in zorgdoelen. Maar dat is wellicht te kort door de bocht. Hoeveel kinderbegeleiders zal een basisschool tellen? Wat op de momenten dat een kleuteronderwijzer geen kinderbegeleider aan zijn of haar zijde heeft? Wat met de psychosociale ondersteuning? Is het trouwens niet pedagogisch waardevol dat leraren meer samen spelen met de kinderen, zelfs tijdens de middagspeeltijd?

2 Een peuter is geen 12-jarige

De zorgbehoeften van een kind van tweeëneenhalf zijn niet generaliseerbaar naar die van een kleuter van vijf, laat staan naar die van een prille puber. Scholen die nu worstelen met de voor- en naschoolse opvang, moeten ook morgen het geheel georganiseerd krijgen. Er staan op veel plaatsen nog weinig verenigingen te springen om naschoolse activiteiten aan te bieden voor de lagereschoolkinderen, waardoor de kinderbegeleiders wellicht ook deze groep onder hun hoede zullen hebben.

3 Wie gaat dat betalen?

Een lans breken voor een beter statuut en impliciet ook voor een betere opleiding van de kinderbegeleiders, waar de projectpartners ongetwijfeld willen toe bijdragen, het is legitiem. Maar er zal een serieus kostenplaatje aan vasthangen. Dat is geen reden om het idee bij voorbaat af te schieten, maar het zou goed zijn om het voorstel te berekenen.

4 Wie doet wat?

De herverkaveling van de taken en verantwoordelijkheden tussen kinderbegeleiders en leraren is niet het enige prangende verdelingsvraagstuk. Wat moet de directeur doen en wat het gemeentebestuur? Dat brengt ons terug bij de centenkwestie. De prijs die ouders vandaag betalen voor kinderopvang op school en voor buitenschoolse activiteiten loopt enorm uiteen. Op veel plaatsen is er een markant verschil naargelang het net waartoe de school behoort. De regie voor BOA ligt in theorie al bij de gemeentebesturen, maar in de praktijk nemen veel gemeentebesturen de verantwoordelijkheid en kosten op in de eigen scholen en veel minder in de andere. Dat moet uitgeklaard of op zijn minst geëxpliciteerd worden als discussiestof.

De kinderbegeleider is een concept, BOA een reëel decreet. Ze zijn inhoudelijk met elkaar verwant en delen ook hun relatieve onbekendheid bij het grote publiek. Dat is verwonderlijk gezien hun maatschappelijk belang en de prikkelende gedachten die aan de grondslag ervan liggen.

* De projectpartners in het ESF-project DuJo, Duurzame Jobs in opvang en begeleiding van schoolgaande kinderen: VBJK, Arteveldehogeschool (Bacheloropleiding Pedagogie voor het Jonge Kind) en Steunpunt kinderopvang van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten.

Bronnen:

https://vbjk.be/storage/files/84444949-908f-42ba-ac61-a4bc8b6f6618/brochure-combinatiefunctie-kinderbegeleider-in-kleuteronderwijs-en-opvang-mogelijkheden-aandachtspunten-en-bouwsten.pdf

https://vbjk.be/storage/files/fd0b5089-781e-4a41-b627-8f32bdb02ad4/beleidsaanbevelingen-combinatiefunctie-kinderbegeleider-in-kleuteronderwijs-en-opvang.pdf

https://www.opgroeien.be/over-opgroeien/projecten/buitenschoolse-opvang-en-activiteiten

foto ImkeSchulze op Pixabay

Johan De Wilde

Co-voorzitter Velov