Een blogbericht van Johan De Wilde ivm de vredesweek van 21 september tot 5 oktober 2018

Mocht ik gisteren niet gevraagd zijn om iets te komen vertellen op de vresdeswake in Aalst, het zou me misschien ontgaan zijn dat de vredesweek op gang getrapt is.
Mensen van mijn leeftijd en ouder herinneren zich de grote antirakettenbetogingen in de jaren 80 en hebben misschien na de implosie van het Oostblok mee geijverd om het geld dat we op defensie konden besparen te investeren in ontwikkeling, het zogenaamde vredesdividend. Als laatste generatie gewetensbezwaarde –een groep van mannen die niet onder de wapens wilde en als straf een vervangende legerdienst van 18 in plaats van 12 maanden vervulde – mag ik zeggen dat het andere tijden waren.
Vergis u niet, vredeseducatie is vandaag even noodzakelijk als toen. Voor de gelegenheid presenteer ik kort enkele nieuwe argumenten ter vervanging van de dreigende collectieve vernietiging van de planeet, mensheid incluis.

We leven steeds meer door elkaar, maar veel hoofden groeien uit elkaar

Topjournaliste Amanda Ripley postte onlangs een schitterende blog waarin ze stelt dat Amerikanen het almaar moeilijker hebben om hun ideologische verschillen te overstijgen. Ze kijken naar verschillende zenders en vertoeven online voortdurend onder gelijkgezinden. Het is niet zo dat ze verstoken blijven van het gedachtengoed van hun andersdenkende medeburgers. Integendeel ze worden er voortdurend mee geconfronteerd, althans met de karikatuur ervan. De ongelukkigste uitspraken worden uit hun context gehaald en als typerend voor het andere kamp gepresenteerd. Zo raken verschillende perspectieven nog meer onverzoenbaar. De ander is niet langer iemand met wie je van mening verschilt, hij is een idioot die op een andere planeet leeft. Heeft het überhaupt nog zin om daarmee in dialoog te treden?
Het is altijd makkelijk om een analyse opzij te schuiven als Amerikaanse toestanden die ons vreemd zijn. Een begrijpelijke reactie want onze populaire media mogen dan ook op polemiek drijven, ze gaan niet zo ver uit de bocht als bijvoorbeeld FOX-news of veel talk radio stations. Toch kunnen we er ook hier niet naast kijken dat mensen bij ons zich net zo goed laven aan selectieve en gekleurde digitale informatiebronnen. Dat geldt ook voor mij. Eigenlijk betekent het dat we onszelf een veeg uit de pan moeten geven omdat we intellectueel lui worden. We zoeken of vinden al te vaak bevestiging van ons eigen grote gelijk in plaats van de intelligentste andersdenkenden te lezen, de sterkste potentiële weerleggers van waar we overtuigd van zijn, van waar we voor staan.

Vredeseducatie is bruggen bouwen

Complicating the narratives, waar Ripley het over heeft, leunt daarbij aan. Het is luisteren of de ander toch niet ergens een punt heeft, of er in zijn discours niet iets zit dat ik met hem deel. Bijna twintig jaar geleden botste ik in Burundi op het schitterende werk van een Amerikaanse NGO die in zijn welluidende naam die boodschap kernachtig uitdrukt: Search for common ground. Dat is verzoening in conflictgebied. Hier en nu is het ook conflictpreventie of vredeseducatie. Vraag eens aan iemand die een ander geloof dan jou aanhangt of een andere politieke overtuiging heeft, waar hij juist waar staat, waar zijn overtuigingen of waarden op gestoeld zijn of welke levenservaring hem daar gebracht heeft. De kans is groot dat de initiële mentale kloof tussen jullie een stuk kleiner wordt. Ripley refereert in haar stuk aan The righteous mind van Jonathan Haidt die op zijn beurt stelt dat de meest uiteenlopende politieke overtuigingen gefundeerd worden op pakweg drie tot zes universele waarden: zorg, eerlijkheid – billijkheid, vrijheid, loyaliteit, autoriteit en heiligheid. Progressieven zouden zich op de eerste drie beroepen, conservatieven op alle zes. Let wel, de invulling kan hoogst verschillend zijn, zo kunnen groepen zich zorgend opstellen voor totaal andere mensen en vindt de ene groep een herverdelende maatregel billijk terwijl die door een andere als hoogst onrechtvaardig gepercipieerd wordt. Als lerarenopleiders zouden we ook als cultuurparticipanten modellen moeten zijn voor onze studenten. Zijn we dat ook? Hoe vaak voeren we zo’n gesprekken? Vinden we die andersdenkenden in ons team? Een tweede persoonlijke bekentenis is hier op zijn plaats. Sinds ik in 2002 met mijn gezin terug naar België verhuisde, scoor ik zelf onder de denkbeeldige norm die ik mezelf opleg.

Vredeseducatie doe je in tijden van vrede

De brokken lijmen is optie B; optie A is escalatie voorkomen. Daniel Kahneman beschreef in zijn meesterwerk Ons feilbare denken de metafoor van ons snelle versus ons trage brein. Als we bedreigd zijn, ons angstig voelen, reageren we instinctief. We vechten of vluchten, nadenken is er niet bij. Vredeseducatie zou de voorafgaande stap moeten zijn, die van het trage rationele brein dat voorkomt dat we snel domme dingen doen. Laat ons in onze klassen de gelijkenissen en de verschillen in de hoofden van onze studenten bespreekbaar maken, opdat zij het op hun beurt later met hun leerlingen zouden doen. Laat ons leren de andere kant van het verhaal te lezen, beluisteren, empathie ontwikkelen voor andersdenkenden, anders-voelenden. Wij en zij zullen veel common ground vinden en ongetwijfeld ook een paar balken in onze eigen ogen.

Vredeseducatie is goede educatie

Ach, er wordt zoveel gevraagd van ons onderwijs. Mogen wij lerarenopleiders en onze leraren alsjeblief nog eens gewoon lesgeven? Ik ken de verzuchting maar al te goed, het is ook de mijne. Net daarom moeten we aan vredeseducatie doen. Ik heb het er niet te dik opgelegd, maar vredeseducatie aldus opgevat is het toppunt van educatie, van vorming, van onderwijs. Gert Biesta stelt in Goed onderwijs en de cultuur van het meten dat onderwijs als ultiem doel heeft te kwalificeren, te socialiseren en mensen subject te laten worden.
Onder kwalificeren, of de eindtermen halen en je diploma verdienen, vallen zeker kritisch en begrijpend lezen en luisteren. Ik ken in ons onderwijs geen vaardigheden die fundamenteler zijn.
Dat vredeseducatie kinderen en jongeren socialiseert in een diverse samenleving is een open deur intrappen. Minder vanzelfsprekend misschien is dat het hen ook helpt om zichzelf een identiteit aan te meten, te bepalen waar ze voor staan en waar ze willen voor gaan. Een niet onderzocht leven is het niet waard geleefd te worden, zei Socrates. Mogen we onze studenten tijdens hun adolescentie en emerging adulthood geen spiegel voorhouden?
Nee, we moeten dat doen. Lerarenopleiders, de vredesweek is een educatieweek die twee weken duurt, mis de afspraak niet.

Rep je, de week loopt maar tot 2 oktober.

Bronnen:
Biesta, Gert. (2012) Goed onderwijs en de cultuur van het meten. Boom – Lemma.
Kahneman, Daniel (2011) Atlas Contact.
Ripley, Amanda (2018) Complicating the narratives.
Gratis toegang : http://www.amandaripley.com/blog/complicating-the-narratives