
‘Zo doen ze dat niet in de praktijk.’ Leerkrachten in het TSO en BSO, maar ook docenten in het hoger onderwijs zijn vertrouwd met deze reactie. De leerling of student kan er heel uiteenlopende dingen mee bedoelen. Soms drukt hij een vaststelling uit. In bakkerij Pieters worden de frangipanetaarten niet afgewerkt met een glazuurlaag. Of hij bedoelt ermee dat de aanpak van de leraar op school omslachtig is. Als ik dit in mijn lessen of tijdens een stagegesprek hoor, gaat het niet over taarten maar over professioneel gedrag van leraren op school. Een beperking die ik heb, is dat ik zelf geen leraar in het basisonderwijs ben en het ook nooit geweest ben, terwijl ik er mijn studenten wel voor opleid. Ik kan vertellen wat ik zie, kan refereren aan onderzoek en in termen van mijn overtuiging spreken, maar dat lost niet alles op. Ik getuig niet vanuit mijn eigen ervaring, laat staan dat ik kan garanderen dat een terugblikoefening met kleuters na het hoekenwerk zal werken in de drukke klas 4-jarigen van juffrouw Gaby.
Een collega van mij kan dat wel. Art Vereecke is al 25 jaar verpleegkundige op de afdeling Intensieve zorgen in het VITAZ-ziekenhuis in Sint-Niklaas en tegelijk 15 jaar docent in de opleiding verpleegkundige van Odisee. Hij nodigt de derdejaarsstudenten uit om hem in groepjes van drie op zijn eigen afdeling te komen helpen gedurende vijf uur. De meerderheid van de studenten tekent in. Vorige week observeerde ik zijn interactie met studenten Anne-Sophie, Astrid en Sara, met collega’s en met patiënten.
Boundary crossing
Op de grens tussen theorie en praktijk en tussen wat op school en in het werkveld verteld wordt, kunnen zienswijzen schuren en mensen botsen. De boundary crossing theorie geeft aan dat op die grens ook veel geleerd kan worden. Verschillen roepen vragen op, kansen tot dialoog, verduidelijking en experiment, van en voor alle betrokkenen met openheid van geest.
Doe ik het goed?
De meest voor de hand liggende reden voor studenten om op zijn vrijblijvend aanbod in te gaan is dat het een geweldige oefenkans is. Alle drie kregen ze verschillende gelegenheden om – in mijn ogen – complexe standaardhandelingen in te oefenen in een authentieke leercontext en om er feedback op te krijgen van een expert. Bloed afnemen van een patiënt die niet bij bewustzijn is en de testresultaten ervan interpreteren of patiënten aspireren (sputum uit de mond en de longen verwijderen), het is hen niet helemaal vreemd vanuit lessen en practica met poppen. Ook tijdens eerdere stages op andere afdelingen hebben ze soms vergelijkbare taken op een iets eenvoudiger niveau uitgevoerd. Echt in de vingers hebben ze de taken bij aanvang niet, laat staan dat het routine is.
Art lost die verwachting in, tot tevredenheid van zijn studenten. Maar hij doet veel meer dan waardevolle oefenkansen bieden en in mijn en in hun ogen is het vooral daarin dat hij tot voorbeeld strekt.
Weet wat je doet
Wat onmiddellijk opvalt, is dat Art voortdurend vragen stelt. Als de studenten willen weten hoe ze het juist moeten doen, vraagt hij hen wat ze aan het doen zijn en waarom iets belangrijk is. Als hij enige aarzeling hoort bij een technische term, vraagt hij het even uit te leggen aan de leek, die hij eenmalig voorhanden heeft. Zonder het met zoveel woorden te zeggen hamert hij op inzicht en op het belang van de kennis die zijn collega’s in de lessen anatomie, fysica en biochemie aanbrengen. Er is een reden waarom de druk hoger of lager moet, een handschoen zo en niet anders aangetrokken moet worden of de pH stijgt. Wat je begrijpt, onthoud je beter en een goede professional weet wat hij doet. Daarom laat hij zijn studenten om de haverklap voorspellingen maken. Wat zal er gebeuren als we deze klep open laten staan? Welke afwijkende bloedwaarde verwacht je bij deze patiënt, gegeven waarom hij hier ligt en wat we op de monitor zien? Hij geeft mij een schoolvoorbeeld van de predict – observe – explain-methode. De studenten lusten er pap van. Niet alleen verbetert de kwaliteit van hun antwoorden, ze expliciteren spontaner hun redeneringen, ze stellen zelf meer vragen en de schroom om een fout te maken, die studenten kan hinderen om te leren, verdwijnt. Waar nodig doet Art aan scaffolding, want zijn hints en tussenvragen geven hen houvast bij het opbouwen van hun redeneringen.
Kijk breder, denk dieper
Wat ongetwijfeld een uitdaging is voor grensgangers tussen twee werkcontexten en tussen praktijk en theorie, is het zoeken van een balans tussen focus op specifieke issues en aandacht voor de context. Bij Art gaat dat ogenschijnlijk heel natuurlijk. Van bij het begin gaf hij duiding bij elke patiënt om vervolgens de aandacht te vestigen op een specifieke handeling. Maar naarmate de uren voortschreden, wees hij de studenten ook op andere zaken zoals bv. de bezoekregeling of hoe familieleden verschillend kunnen reageren in functie van de kwaliteit van de emotionele band met de patiënt; de zware ecologische voetafdruk van de dienst; en de bijzonder functionele inrichting van de kamers. Zo veranderde de dienst van een plek waar een aantal professionele handelingen gesteld moeten worden steeds meer in een habitat met ook een sociale, culturele en ethische dimensie.
Ambassadeur voor je opleiding en voor je werk
Praktijkmensen die tegelijk docent zijn en van wie de jobs bij momenten versmelten, kunnen levende reclame zijn voor hun dienst en opleiding. In dit geval verdienen Arts collega’s op intensieve zorgen dezelfde pluim. Ze begroetten ons, lieten op het moment zelf een interessante didactische casus aan ons omdat het paste en gaven spontaan ad hoc een extra woordje duiding. Zo lichtte een kinesiste met de glimlach het belang van de dagelijkse oefeningen toe terwijl ze die uitvoerde.
Andere leraren die nog met een been in de praktijk staan of nog een prima relatie hebben met hun vorige werkgever zou ik hetzelfde aanraden. In het leerplichtonderwijs is de flexibiliteit van leerlingen en leerkrachten beperkter, maar misschien kan ook het ook daar wel eens na de examens of op een woensdagnamiddag. Misschien maken ze collega’s mee enthousiast om in het onderwijs te stappen of leerlingen gemotiveerd om later voor een specifieke werkgever of niche te kiezen. Dat zou voor hen misschien het gekonfijte kersje op de frangipane zijn.
Johan De Wilde
co-voorzitter Velov en lerarenopleider bij Odisee
Op de foto van Johan is te zien hoe de studenten de leidingen van arteriële druksets purgeren om een arteriële bloeddruk en bloedafname te kunnen uitvoeren. (v.l.n.r. Astrid, Art, Anne-Sophie en Sara)