28 mei presenteerde een delegatie van leerlingen van de Aalsterse secundaire scholen aanbevelingen inzake gelijke onderwijskansen aan hun directies en aan de andere leden van de Werkgroep Ouders van het LOP. De presentatie in cultuurcentrum De Werf was het slotakkoord van een leerrijk proces zoals VSK, de Vlaamse Scholierenkoepel, er wel in meer steden begeleidt.

Leerrijk voor ons was vooreerst dat de leerlingen zelf een rode draad doorheen hun aanbevelingen aangaven, namelijk de nood om meer en gerichter in te zetten op het mentaal welzijn van jongeren. Het is genoegzaam bekend dat de jongeren dat een belangrijk thema vinden. . Wat verrast, is dat zij het ook in de gelijke onderwijskansencontext naar voor schuiven. Eerder impliciet dan expliciet zeggen ze daarmee dat het gegeven dat heel wat klasgenoten zich om verschillende redenen slecht in hun vel voelen in hun ogen de grootste bedreiging vormt voor gelijke onderwijskansen. Het moge duidelijk zijn dat niet alleen schoolinterne factoren het mentaal welzijn van tieners onder druk zetten. Toch duidden bepaalde aanbevelingen erop dat de school in hun ogen niet alleen deel van de oplossing of verzachting van de problemen kan betekenen, maar ook deel van de oorzaak kan zijn.

Zo viel op dat de leerlingen niet alleen gewag maakten van een hoge werkdruk, maar ook van het gevoel dat ze op school niet altijd kwijt kunnen wat ze willen. Naast kritiek kun je daar ook iets positiefs in horen, namelijk het idee dat de school in hun ogen een belangrijk deel van hun leven is, een plek die een veilige haven zou kunnen zijn, waar ze zich geborgen willen voelen, geen plek die hen koud laat. Een dergelijke verwachting kan je mijns inziens maar hebben, als ze je op zijn minst plausibel lijkt gegeven de persoonlijke en professionele kwaliteiten die je toedicht aan de leraren, leerlingbegeleiders, CLB-medewerkers en directies die je daar ontmoet. Dat vertrouwen in de school blijkt trouwens ook uit het feit dat de meest concrete actie die de leerlingen voorstelden het afnemen van enquêtes was. Die vragenlijsten zouden door de school afgenomen en opgevolgd moeten worden.

Democratie in het klein

Het vertrouwen dat ze hebben in de school heeft tegelijk iets ambigu. Kwatongen zouden kunnen zeggen dat de leerlingen zich er gemakkelijk van afmaken. Als ze het woord krijgen, zijn ze er als de kippen bij om de bal terug in het kamp te leggen van degenen die ze net daarvoor verweten hebben al te zeer voor eenrichtingscommunicatie te kiezen. Echte democratie komt van de twee kanten en is een langdurend proces van consultatie, samenwerken, samen analyseren en evalueren en weer samen plannen en niet gewoon van “eens goed zijn gedacht zeggen”.

Symbolisch was in die zin dat een groepje als slotbeeld “Bedankt voor het luisteren” op het grote scherm projecteerde. We deden het niet alleen naar de presentaties, maar ook naar hun boodschap en zij naar onze reacties waarin we verbaal dat balletje terugkaatsten.

Evident is opvolging evenwel niet. Een aantal van de leerlingenvertegenwoordigers start binnen enkele weken op de arbeidsmarkt of in het hoger onderwijs. Een halfvernieuwde groep, in de scholen en over de scholen heen, doet door. Maar dat het LOP en de scholen de Vlaamse Scholierenkoepel vroegen om ook het vervolg te begeleiden, duidt op vertrouwen in de leerlingen en dat geeft de volgende lichting ongetwijfeld vleugels.

Johan De Wilde

Lerarenopleider bij Odisee, bestuurder van Velov en LOP-voorzitter SO in Aalst

illustratie: Mohamed_hassan, gevonden op Pixabay